Sri Lanka : dag 10a: Botanische tuin Peradeniya

 

donderdag 8 december 2011          -        Peradeniya

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De koninklijke botanische tuin van Peradeniya ligt 5,5 km ten zuiden van Kandy.

 

De tuin werd in de 14de eeuw aangelegd als lusthof voor de koning en tussen 1821 en 1844 door de Engelsen omgevormd tot botanische tuin. Er staan meer dan 4000 verschillende soorten planten op een oppervlakte van 67 ha die door ongeveer 300 tuinlieden worden verzorgd.

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
De tuin trekt jaarlijks 1,2 miljoen bezoekers.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De residentie van lord Louis Mountbatten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt als hoofdkwartier voor de geallieerde troepen in Zuid-Oost-Azië.

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 

De nangka (Artocarpus heterophyllus) of jackfruit is een tot 30 m hoge groenblijvende boom uit de moerbeifamilie (Moraceae), die zijn oorsprong in India vindt. De boom valt op door de enorme vruchten (tot 40 kg), die aan de stam ontspringen (cauliflorie). De verspreid staande bladeren zijn van boven donkergroen en glanzend en aan de onderkant dofgroen. De bladeren zijn ovaal van vorm en 3,5-12 x 5-25 cm groot. Meestal hebben de bladeren een gave rand, maar jonge bladeren kunnen ingesneden zijn. De kleine bloemen groeien per geslacht apart in 1-4,5 x 3-15 cm grote bloeiwijzen uit de bladoksels aan behaarde kortloten.

De vrucht is een vruchtverband, dat uit de gehele vrouwelijke bloeiwijze ontstaat. De vrucht is peervormig of cilindrisch , 30–100 cm lang en tot 50 cm breed. De bruingroene schil bestaat uit zeskantige punten, die elk uit één bloem zijn ontstaan. De vrucht bevat tot vijfhonderd 4 cm lange zaden. Het vruchtvlees is rijp gelig en smaakt flauw zoet en heeft ook een zoete geur. De vrucht bevat tot 30% zetmeel.

De vrucht groeit drie jaar na het planten van de boom. Het is een van de grootste vruchten die aan bomen groeit. Het is een zoete exotische vrucht die wel in de toko te koop is. Jonge, onrijpe nangka wordt gebruikt als groente. De vrucht wordt vaak in blik verkocht, maar op markten liggen ook wel eens delen van verse vruchten. Ook bestaan er chips en ijs, die gemaakt zijn van nangka. Bij gerechten in de oosterse keuken, zoals de Filipijnse, Vietnamese, Maleisische en Indonesische, wordt de vrucht gebruikt.

Het hout van de boom wordt wel gebruikt bij het maken van instrumenten van de gamelan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De agathis robusta is een boomsoort afkomstig uit Australië.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De coco de mer (Lodoicea maldivica) is een bedreigde boomsoort die alleen voorkomt op de Seychellen. De vrucht van de boom (coco de mer of zeekokosnoot) bevat het grootste zaad van alle plantensoorten in de wereld. De vrucht heeft 6 tot 7 jaar nodig om te rijpen. Een volgroeide vrucht kan een diameter van 40 tot 50 cm hebben en 15 tot 30 kg wegen.

 

De zeelieden die de vrucht voor het eerst drijvend op de Indische Oceaan tegenkwamen vonden dat deze een treffende gelijkenis had met het achterwerk van een vrouw.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De reuzenbamboe wordt ruim 30 meter hoog.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet op de paadjes lopen is niet zonder risico. Schorpioenen zijn geen zeldzaamheid in Sri Lanka.

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
In de bomen krioelt het van de vliegende honden (reusachtige vleermuizen).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een krokodil.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kokospalmenlaan is een geschenk van Cuba en Panama. De takken van deze kokosboom zijn eetbaar en smaken als kool.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
In de tuin staat ook een grote serre met vele soorten orchideeën.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vervolg

 

overzicht reportages Sri Lanka

 

homepage