Sri Lanka : dag 3f: Rijstvelden

 

 

 

vrijdag 2 december 2011          -        tussen Kurunegala en Dambulla

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De 4 belangrijkste landbouwgewassen op Sri Lanka zijn rijst, thee, rubber en koko’s. Tijdens de eerste jaren van de onafhankelijkheid dekte het land slechts 1/3 van de nationale behoefte aan rijst. Ook aardappelen, uien, vers fruit en tarwemeel moesten geļmporteerd worden. Het is dan ook begrijpelijk dat de politieke leiders veel waarde hechtten aan de ontwikkeling van de landbouw. Maar er was nog een reden. Veel Singalese leiders verheerlijkten de antieke Singalese koninkrijken, waarin de boeren en de geļrrigeerde rijstvelden een centrale laats innamen. Politici beloofden hun kiezers de terugkeer van dat glorieuze verleden.

 

 

 

 

 

 

 

Toen het land onafhankelijk werd, was 2/3 van de landbouwgrond (ruim 5 miljoen hectare) in gebruik voor exportgewassen zoals thee, rubber en kokos. Rijst werd op slechts 2 miljoen hectare verbouwd. Alles werk in het werk gesteld om de rijstproductie op te drijven. De dunbevolkte droge zone, die 2/3 van het land omvat, bevatte nog vele stukken braakliggend terrein. Door de aanleg van irrigatiekanaaltjes werden die stukken grond in rijstvelden omgetoverd. Door gigantische irrigatiewerken (de eerste op dergelijke schaal sinds de 12de eeuw), een groter gebruik van kunstmest en van veredelde zaden, slaagde de regering erin de rijstproductie in 15 jaar tijd te verdubbelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vervolg

 

overzicht reportages Sri Lanka

 

homepage