Sri Lanka : dag 6: Vroege ochtend in Polonnaruwa

 

maandag 5 december 2011          -        Polonnaruwa

 

 

 

 

 

 

Typerend voor de antieke beschaving op Sri Lanka – en de trots van de Singalezen van vandaag – is het unieke irrigatiesysteem. Dit systeem werd zelfs de 3de hoeksteen – naast taal en godsdienst – van de Singalese identiteit. De onregelmatige regenval maakte een wijdvertakt irrigatiestelsel noodzakelijk. Aanvankeijk bestond dit vooral uit talloze aarden dammetjes, die de boeren in de nabije riviertjes legden. Het water werd afgeleid en verzameld in kleine kunstmatige reservoirs (wewa’s in het Singalees)..

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
Vandaar werd het via kanaaltjes naar de rijstvelden geleid. Later werden ook grote stuwmeren aangelegd die uitgestrekte gebieden van water voorzagen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het grootste antieke stuwmeer is de Parakrama Samudra (“de zee van Parakrama”) bij Polonnaruwa.

 

 

 
 
 
 

 

 
Het is 2000 hectare groot en omgeven door een dam van 15 m hoog en 13 kilometer lang. Het kwam tot stand onder het bewind van koning Parakrama Bahu, die een grote impuls aan het irrigatiesysteem gaf. Er bestonden in die tijd zo’n 36.000 grotere en kleinere reservoirs. Parakramabahu I liet ook duizenden kleinere reservoirs en kanaaltjes renoveren evenals honderden kloosters en monumenten restaureren. Hij trok ook ten oorlog tegen Birma in 1164 en India in 1169. Op het einde van zijn koninkrijk was hij zo goed als bankroet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
Sri Lanka telt 242 soorten vlinders. De meeste van hen komen voor op een hoogte van 900 meter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vervolg

 

overzicht reportages Sri Lanka

 

homepage