Sri Lanka : dag 9a: Tempel van de tand

donderdag 8 december 2011 - Kandy

	De tempel van de tand (Dalada Maligawa) uit 1603 is de heiligste tempel op Sri Lanka. Hier wordt een tand van Boeddha (Siddharta Gautama) bewaard die na zijn crematie in 480 voor Christus uit de as werd gevist.

Volgens de legende werd Boeddha na zijn dood gecremeerd in een mantel van sandelhout in Kusinagara (India). Zijn linkerhoektand werd uit de as gehaald en aan koning Brahmadatte gegeven. In de 4de eeuw n Chr. was de tand in het bezit van koning Guhasiva van Kalinga (India), maar hij vreesde dat de tand in de handen van de vijand zou kunnen komen. Daarom liet hij de tand in het geheim naar Sri Lanka smokkelen door zijn dochter prinses Hemamali en haar man Danthakumara.

	Volgens de legende verstopte de prinses de tand in de versiering van haar haar. Om niet ontdekt te worden trokken ze naar Sri Lanka verkleed als asceten. In 371 bereikten ze Sri Lanka. In die tijd was koning Kirti Sri Megavanna koning op Sri Lanka. Hij was overgelukkig toen hij de tand kreeg aangeboden en liet een prachtig paleis bouwen om de tand in onder te brengen. Sindsdien verhuisde de tand telkens mee van hoofdstad.

De openingen in de muren maken het mogelijk er kaarsjes in te steken.
	Rond de tempel gelden zware veiligheidsmaatregelen, nadat Tamil tijgers in januari 1998 een bloedige zelfmoordaanslag pleegden. Sindsdien moet iedereen door een fouilleerhokje gaan. Omdat de aanslag in de vroege morgen plaatsvond, verloren slechts 15 mensen het leven, maar de schok was wel enorm. Tot ver in de omgeving moesten vensters eraan geloven. Het 250 m verder gelegen Queens Hotel moest 6 maanden lang zijn deuren sluiten om alle schade te herstellen: er zat geen raam of deur meer in het gebouw. De daders hadden een vrachtwagen met explosieven door een beveiligingshek gereden. Het was de eerste keer dat de Tamil tijgers hun pijlen richtten op Kandy. De aanslag werd gepleegd 10 dagen voor de Britse prins Charles een bezoek zou brengen aan de tempel ter gelegenheid van 50 jaar onafhankelijkheid van Sri Lanka.





Onze gids Manju.

	Niemand bezoekt de tempel met lege handen.

De tuincentra doen hier gouden zaken.





Via een aantal gangen komen we in een eerste ruimte, waar muziek wordt gespeeld.





	De trommel is zowat het nationale muziekinstrument van Sri Lanka. Het leven van de bevolking word van geboorte tot begrafenis vergezeld van de slag van de trommel. Er zijn op Sri Lanka 26 soorten trommels. De tempelceremonieën en processies droegen ertoe bij dat ze niet verloren gingen. De klanken van de trommel zijn nabootsingen van lettergrepen uit het Sanskriet. Er zijn 4 hoofdklanken, waarvan alle andere worden afgeleid: tat, dit, ton en nam.

We zijn hier bij de Inner Temple die rond 1720 op vraag van koning Narenda Singha is gebouwd.
	Lang kunnen we van het orkestje niet “genieten”, want er wordt ons aangemaand zo snel mogelijk de trappen op te gaan naar de ruimte waar de relikwie van de tand wordt bewaard. De bezoektijden zijn immers beperkt (3 x daags gedurende de tijd dat er muziek wordt gespeeld).

De tand (linkerbovenhoektand) is opgeborgen in 7 gouden kistjes van verschillende groottes. In 313 smokkelde een Zuid-Indiase prinses de tand in een haardoos het land binnen, nadat hindoes het boeddhistische rijk van haar vader veroverden. In 1283 verhuisde de tand naar India, maar niet voor altijd. Volgens onbevestigde berichten zou de tand later door Portugezen in Goa zijn verpulverd in een vijzel. Maar de boeddhisten beweren dat de verpulverde tand een namaaktand was. Vanaf de Anuradhapura periode verhuisde de tand steeds mee wanneer de hoofdstad van het Singalese rijk verplaatste werd. Zo kwam hij uiteindelijk in Kandy terecht.




	Tussen de geofferde bloemen vooral vele frangipanni en lotusbloemen.



Er zijn nog ruimtes die tijdens het optreden van de musici mogen bezocht worden.























	In het complex is er ook een museum.





















De president in de picture.