Egypte: dag 2b  Tempel van Karnak

maandag 11 februari 2013

Tegen 13.30 uur, onmiddellijk na de lunch, vertrekken we per bus op excursie in Luxor. Eerst gaat het naar de tempel van Karnak.

 

Onderweg geeft Tamer uitleg over de godsdienst in Egypte. Hij zegt dat de Egyptenaren oorspronkelijk 1 god vereerden. Die god kreeg vele attributen toebedeeld en door de invloed van tal van priesters geraakten de gelovigen in de war. Bovendien werden in 3100 voor Christus 10 provincies met mekaar verenigd. Elke provincie had zijn eigen god die ze als favoriet vereerden, wat aanleiding ertoe was dat Egypte nu opeens een heleboel goden had om te aanbidden. 

In 431 na Christus ontstond de koptische kerk in Egypte. De kerk scheidde zich af van de roomse, omwille van een onenigheid over de aard van Christus. De ene vonden dat Christus zowel God was als zoon van God, de anderen vonden dat dat niet kon. Toen de islamieten kwamen aandraven met Mohammed en die als een profeet en zendeling van God beschouwden, sloten vele kopten zich aan bij het islamitisme. Vandaag de dag zijn er in Egypte nog 10 miljoen aanhangers van de koptische kerk.

Tamer geeft ons een tip over hoe we Egyptenaren kunnen afslaan die ons aanklampen om iets te verkopen. De verkooplustigen zijn als kleine vliegjes. Die staan ervoor bekend om de 5 seconden een nieuw geheugen te krijgen. Het helpt dus niet om ze van je af te slaan. Zo ook is het met de verkopers. Wat we kunnen doen is “hobasa” tegen ze zeggen. Het betekent “geef me een kus”.

 

Beschrijving: Beschrijving: EGY_2242

Wat we tegen wgenwoordig als het tempelgebouw beschouwen, is eigenlijk een opeenvolging van pylonen (toegangspoorten), hoven en portalen die naar het binnenste van de tempel leidden.

De naam Karnak is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Het komt van het dorp dat naast de tempel ligt en dat  “versterkte nederzetting” betekent. Geen verrassing, als je weet dat de muren aan de buitenkant 15 m dik waren en 32 m hoog.

Ten tijde van Ramses III (farao van 1198 tot 1166) werkten er 80.000 dienaars en slaven in het 30 ha grote complex, dat verfraaid was met meer dan 5000 beelden van de farao. Rond de tempels stond een muur van 1,5 km x 800 m lengte, waarin 8 poorten zaten.

 


Vroeger lag er voor het complex een haventje dat via een kanaal met de Nijl was verbonden. Later werd dit bassin gedempt en werd er een groot plein op aangelegd, omzoomd door palmbomen.

 We betreden het complex langs een dromos: een sfinxenallee. De sfinxen hebben het lichaam van een leeuw (symbool van het koningsschap) en het hoofd van een ram (symbool van vruchtbaarheid en lichamelijke kracht). De sfinxen bewaakten de route waarlangs de heilige bark in processie werd rondgedragen.

Beschrijving: Beschrijving: EGY_1958

 

 

 

Beschrijving: Beschrijving: EGY_1963

Tussen de benen van de sfinx is een beeld te zien van de farao (in dit geval hier van Ramses II).

 


 Aan het tempelcomplex is eeuwenlang gebouwd, al vanaf 1600 voor Christus (tijdens het zogenaamde Middenrijk). Tijdens het Nieuwe Rijk werd de tempel door bijna elke farao verbouwd en uitgebreid. De farao’s hoopten zo in de gunst te komen van de goden. Ze spaarden daarbij kosten noch moeite en braken soms ook oude gedeelten af om met de stenen het complex in hun ogen nog fraaier en grootser te maken.

 

 

Beschrijving: Beschrijving: EGY_1986

 

 

Op de eerste binnenplaats (het grote voorhof) valt in eerste de kolos op van Ramses II, met aan zijn voeten zijn dochter Merit-Amun.

Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: Beschrijving: E:\website\index2013egyptedag2b_bestanden\image006.jpg

 

 

Het complex is eigenlijk een tempelstad op zich, een ingewikkelde overigens. Het bestaat uit gebouwen die aan verschillende goden zijn gewijd. In de hoofdtempel vereerden de Egyptenaren de god Amon. Op het domein stonden ook nog tempels gewijd aan Moet (de vrouw van Amon), Chonsoe (een lokale oorlogsgod), Ptah en Osiris. Het was dan ook niet zomaar dat ze het complex de Ipet Sout of “meest aanbeden plaats” noemden.

 

 

 

Tal van pylonen (toegangspoorten) voeren ons naar het binnenste van de tempel. Ziehier de zgn. tweede pyloon, gebouwd onder farao Horemheb.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de loop der eeuwen is de tempel zwaar beschadigd geraakt. Erosie door wind en water en een aardbeving in 27 v.Chr. hebben het complex zwaar beschadigd. Door stijgend grondwater zijn een aantal funderingen verzakt. De grootste schade is echter door mensen aangebracht. Stenen uit de tempel zijn gebruikt voor het bouwen van huizen en stallen. Desondanks zijn er nog vele hectaren van het complex die niet onderzocht zijn en die nog verborgen kennis kunnen bevatten.

 

 

 

 

 Tussen de 3de en 4de pyloon staat een obelisk van Thoetmosis I, met wat verderop ook nog een van koningin Hatsjepsoet.

 

 

 

Koningin Hatsjepsoet liet 2 maken, van elk 29 m hoogte. 1 ervan staat nog recht, de andere ligt neer op de grond (zie detail eruit hiernaast). Farao Thoetmoses III, de zoon van Hatsjepsoet, wou alles wat verwees naar zijn moeder doen verdwijnen en liet de obelisken inmetselen. Paraxodaal genoeg zijn ze daardoor nog zo goed bewaard gebleven.

 

 

 

 

  

 

 

Naast bouwheer spelen, onderscheidden de farao’s zich ook in het geven van giften aan de zonnegod Amon en de priesters van Karnak. Het bezit van de tempel groeide hierdoor uit tot maar liefst 280.000 hectare landbouwgrond en 421.000 stuks vee. Ramses III uit de 19de dynastie schonk bijna 32.000 kilo goud, 997.000 kilo zilver en 2,4 miljoen kilo koper aan de tempel van Karnak.

 

 

 

 

 

 

Er is ook een heilig meer, waar de priesters zich reinigden voordat ze naar de eredienst gingen. Het meet 120 x 77 meter.

Beschrijving: Beschrijving: EGY_2180

Beschrijving: Beschrijving: EGY_2078

 

 

 

vervolg

 

overzicht reportages Egypte

 

homepage