Madagaskar
: dag 6c: Canal des Panganales: tot aan de lunch

 

 

 

woensdag 23 oktober 2013

 

We zijn erin geslaagd de Manohoro veilig over te geraken.

 

 

 

 

 

Lang duurt het niet of we gaan aan het kronkelen. De ingenieurs vonden het best oké om bij de bouw van het kanaal ten dele de bedding van  bestaande waterlopen te gebruiken.

 

 

Het wil echter niet zeggen dat de bouw van het kanaal toch wel een huzarenstuk was.

 

 

 

 

 

 

De graafwerken duurden 8 jaar en vonden plaats tussen 1896 en 1904.

 

 

Ze gebeurden op commando van de Franse generaal Joseph Gallieni, die onder dwang vele duizenden mannen van de lokale Betsimisaraka stam opvorderde om de klus te klaren samen met duizenden zgn. koelies uit Kanton (China). Die hadden de reputatie een goed fysiek gestel te hebben en werden dan ook geacht het zware werk aan te kunnen.

 

 

 

 

 

Maar dat viel tegen. Vele koelies smeekten erom terug te mogen keren naar China. Want de vele krokodillen en malariamuggen zorgden samen met de brute werkomstandigheden voor een ware slachting onder de arbeiders. Geschat wordt dat meer dan de helft van de arbeiders ter plaatse overleed.

 

 

Het kanaal vormt een brak waterecosysteem, waar vele bijzondere plantsoorten voorkomen, zoals de Thyphonodorum lindleyanum.

De plant komt ook voor op Mauritius, de Komoren en in Tanzania. De plant wordt ook waterbanaan genoemd, omdat het op een bananenboom lijkt.

De plant bevat een stof die allergische reacties kan veroorzaken en produceert kleine gele vruchten (3 à 4 cm groot) die niet eetbaar zijn. Maar de zaden erin kunnen geroosterd wel geconsummeerd worden.

 

 

 

 

 

 

Bijzonder aan de kapokboom zijn de pegelvormige vruchten die door plukjes witte watte omhuld zijn. Deze zachte vezels worden o.a. gebruikt als vulling voor kussens en jassen.

 

 

Van de bladeren van de Pandanus, in het Nederlands schroefpalm, worden manden gemaakt. De vruchten zijn eetbaar. 

 

 

 

 

Een reizigerspalm (ravenala) is een boomsoort, die je over heel Madagaskar aantreft. De plant is zo genoemd, omdat de takken de eigenschap hebben water te kunnen ophouden, waardoor iemand die op reis is en zonder water valt, uit de nood kan worden geholpen. Toch is voorzichtigheid geboden, want doordat het niet om stromend water gaat, is dit een ideale broedhaard voor bacteriën en larven van muggen.

 

 

 

 

 

Beide bomen leveren goeie lokale bouwmaterialen. Heel wat huisjes in deze streek hebben muren van pandalus en daken van ravenala. Ijzersterk materiaal, maar niet sterk genoeg om weerstand te bieden tegen cyclonen die het eiland van december tot maart teisteren. Het voordeel van de bouwstijl is echter wel dat ze weer snel kunnen herbouwd worden.

 

 

Ambodisovoka is zo'n dorp.

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar wat voor moois of bijzonders zou Mickel nu aan het kijken zijn?

 

 

Naar deze sierlijke zeboe of naar een andere sierlijkheid, zoals bv. onze sympathieke vrouwelijke gids?

 

 

 

 

 

 

 

 

Of is het vizier gericht op dit stel zilverreigers?

 

 

 

 

 

 

 

Hoewel zilverreigers nu niet bepaald zeldzaam zijn in Afrika, doet het ons toch deugd ze te zien.

 

 

Want qua vogelsoorten valt het toch ferm tegen.

 

 

 

 

 

 

Wouw! Een geelsnavelklauwwouw!

 

 

Bijna even veelvuldig als de vogels zijn de brandhaarden. Vele Malagassiërs steken na de oogst maar al te graag hun moestuin in brand, met de bedoeling op de nieuwe grond nog snel een ander gewas te kunnen op kweken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Liefhebbers van Apocalypse Now komen hier goed aan hun trekken!

 

 

 

 

 

 

 

Een gezonde drang bekruipt ons om het zootje te blussen, maar omdat de bouw van het kanaal zo veel slachtoffers heeft gemaakt, is het kanaal heilig en mag er niet 1 druppel pipi in terechtkomen. Dus, snel aan land!

 

 

Nieuwsgierige blikken richten zich op ons.

 

 

 

 

Als die maar blijven hangen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In schril contrast qua geur, vinden we op 10 m van het toilet een vanilleplantage. Het lekker geurend goedje gedijt bijzonder goed op Madagaskar. Het land is de grootste exporteur van vanille ter wereld. Je kan er rijk van worden, maar ook pech hebben. De prijzen van de vanille zijn aan enorme schommelingen onderhevig. Zo varieerde de prijs de laatste jaren 30.000 tot 600.000 ariary per kg.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We zetten onze idyllische tocht verder.

 

 

Lelies doen ons even wegdromen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij sommigen mag je dat gerust als letterlijk interpreteren.

 

 

Maar wanneer de lunch op tafel verschijnt, veert iedereen recht, want het ziet er allemaal heel erg lekker uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met al dat lekkers op onze schoot, merken we niet dat de oever opeens weer heel ver weg is. We zitten weer op een meer dat verbonden is met het kanaal.

 

 

  

vervolg

 

overzicht reportages Madagaskar

 

homepage