Rondreis Oeganda

 

dinsdag 8 januari 2013        -        Dag 2: Brugge – Brussel - Entebbe

 

 

 

 

 

Om 6 uur is er wake up call. We schuiven aan voor een Engels ontbijt. Eerst enkele stukjes fruit: ananas en banaan, daarna keuze uit ei op verschillende manieren gebakken. Ik kies voor een typisch English breakfast, dus met alles erop en eraan, maar veel is dat niet: in mijn bord ligt alleen een eenzame omelet met een petieterig klein stukje spek, dat keihard is. Daarnaast ook wat toastjes en koffie of thee uit een thermos.

 

We pakken onze spullen en zoeken ons een plekje in de jeep. De bagage gaat in de smalle koffer. Als bij wonder geraakt alles erin, netjes gestapeld boven mekaar. Om 7.00 uur zetten we aan richting Kampala. Het is miezerig weer. De zon is afwezig en we krijgen zelfs de eerste regen te zien. Het is druk langs de weg en naarmate we Kampala naderen wordt het ook steeds drukker op de weg.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Kampala valt ons vooral het grote aantal brommertjes op. Kampala is een heksenketel qua vervoer. Met het nodige geduld slagen we erin van zuid naar noord te geraken. Het centrum zelf laat Isma links of letterlijk rechts liggen.

 

Omstreeks 9.00 uur stopt Isma bij een tankstation. Diesel kost hier 3499 shilling, ongeveer 1 euro. Niet bepaald goedkoop dus. Voor gewone benzine (Premium) betaal je 3660 shilling per liter en voor gas 2910 shilling, wat vrij duur is in vergelijking met bij ons in België.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langs de weg valt ons op hoe kleurrijk alles is. De grote helft van de huizen is in nogal felle kleuren geschilderd, vaak met publiciteit erop voor de verffabriek. Het meest voorkomend is Sadolin met de toepasselijke slogan “Colour your world”.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voetpaden en fietspaden zijn hier onbestaand. Doordat de weg nogal smal is en aan de kanten vaak gekarteld is qua asfaltering, toetert Isma veelvuldig bij het naderen van een fietser op de weg. Een waarschuwing om zo veel mogelijk links te rijden of zelfs van de weg af te gaan is vaak aangewezen, omdat vele mensen van alles meesjouwen op hun fiets, soms hele kasten of takken van ca. 6 meter lengte of een frigo en heel vaak ook talloze plastieken bidons die met water worden gevuld aan de bron.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een kleine 300 km voorbij Kampala passeren we om 10.45 uur de afslag naar ZIWA Rhino Sanctuary. Vooraleer er heen te gaan, rijden we eerst nog wat verder langs de grote baan om er in een wegrestaurant een maaltijd te bestellen. Ik kies er voor filet van tilapia met frietjes en groentjes.

 

Rond 11.00 uur zijn we terug aan de afslag, van waar het nog een 3-tal kilometer is over een stoffig weggetje is tot aan het natuurreservaat dat speciaal bestemd is voor witte neushoorns. Een kudde zeboes zorgt nog voor wat vertraging.

 

 

 

 

 

Het bezoekerscentrum waar we afspraak hebben met een gids, ligt nog 4 km verder. Een ranger met laarzen en een AK47 over de schouder vertelt ons over het trieste lot van de neushoorns in Oeganda. Ten tijde van Idi Amin werd er verwoed jacht gemaakt op de dieren tot er uiteindelijk geen enkele meer overbleef. Daar wil men sedert enkele jaren iets aan doen. Neushoorns uit vnl. Kenia en uit enkele dierentuinen werden in 2005 naar hier overgebracht om een nieuwe generatie neushoorns te fokken.

 

Momenteel zijn ze met 12, waarvan 6 volwassenen die elk 11 tot 12 jaar oud zijn en 6 kleintjes. Ze hebben elk een naam, meer bepaald Taleo (mannetje), Nandi, Bella, Moja, Hasani (mannetje) en Kori. Hun nakomelingen ook: Baby Malaika (betekent “engel”) was de eerste vrouwtjesneushoorn die in het reservaat geboren werd (op 4 juni 2011). De anderen zijn Augustu (7 oktober 2009), Justice (2 januari 2010), Obama (24 juni 2009), Baby Laloyo en Baby Donna (10 januari 2012).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Moeilijk om ze te vinden, is het niet. De dieren staan immers onder voortdurende bescherming. Het risico is groot dat ze anders gedood zullen worden. Stropers deinzen er niet voor terug om grote risico's te nemen om de neushoorns te doden om zo aan de hoorns te geraken die massa's geld opbrengen op de Aziatische zwarte markt. In Azië gaat men ervan uit dat de hoorns supergeneeskundige krachten hebben. In Vietnam steeg de vraag naar hoorns nadat het verhaal de ronde deed dat een minister van kanker genas na het innemen van een medicijn gemaakt van de hoorn van een neushoorn. Een kg hoorn brengt momenteel ca. 60.000 dollar op, wat meer is dan een kg goud (prijs van goud varieert rond 40.000 dollar per kg).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om bij de neushoorns te komen, moeten we wel een heel eind rijden. Het duurt een hele tijd (meer dan een kwartier) voordat we halt houden. Om 12.00 uur mogen we uitstappen en begeven we ons onder begeleiding van de gids het grasland in. Na een 5-tal minuten stappen komen we bij 4 witte neushoorns die languit in het gras liggen te dutten.

 

 

 

 

 

 

 

We blijven een groot half uur ter plekke en zijn er getuige van hoe de dieren een voor rechtstaan en hoe het mannetje de buurt verkent om zijn familie te beschermen. We naderen de neushoorns eerst van aan de linkerkant, waar we tot op zo'n 8 meter van de dieren komen en dan van aan de rechterkant, waar we op ca. 10 m toekijken. Bij het groepje zit een mannetje, een vrouwtje Bella en 2 jongen: Obama en August, die allebei ongeveer 3,5 jaar zijn, maar al enorm zijn qua omvang.

 

 

 

 

 

 

 

 

De witte neushoorn is een groot en vooral erg stevig gebouwd dier met een dikke, bleekgrijze huid en een kort staartje met stijve haren aan het uiteinde. Hij ziet er van kleur ongeveer hetzelfde uit als de zwarte neushoorn, maar is heel wat groter en ook zwaarder.

De witte neushoorn wordt groter dan de zwarte neushoorn. Hij wordt 360 tot 420 centimeter lang. De staart wordt 80 tot 100 centimeter lang en de schofthoogte is 170 tot 185 centimeter. Mannetjes zijn een stuk groter en zwaarder dan de vrouwtjes. Worden vrouwtjes zo'n 1400 tot 2000 kilogram zwaar, mannetjes kunnen 2000 tot 3600 kilogram wegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

De witte neushoorn dankt zijn naam aan een verkeerde vertaling door de Engelsen van het Afrikaanse wyd, wat "wijd, breed" betekent en niet "wit". In het Afrikaans is de foute vertaling trouwens ook weer overgenomen: men noemt de neushoorn daar renoster en de witte neushoorn witrenoster. Wijd slaat op de lippen, die bij de witte neushoorn inderdaad breed zijn, terwijl de lippen van de zwarte neushoorn eerder puntig zijn. Deze lippen gebruikt de witte neushoorn om te grazen, terwijl de puntige lip van de zwarte neushoorn hem beter in staat stelt om bladeren en twijgen te plukken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van 13.30 uur tot 14.30 uur nuttigen we onze lunch. Het eten wordt in een mum van tijd opgediend.  In de lucht maakt een visarend rondjes.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om 15.40 uur komen we aan bij de Victoria Nijl en de Karuma Falls (watervallen). Jammer genoeg ziet Isma het niet zitten om hier te stoppen en ons te laten uitstappen om foto's te nemen. Te gevaarlijk, zo zegt hij, vanwege het verkeer dat hier voorbijraast. Wanneer we een auto voorbijsteken die er wel halte houdt om foto's te nemen, maakt hij zich boos tegenover die mensen hen erop wijzend dat ze zichzelf zo in gevaar brengen. Langzaam rijden we vooruit om ons toe te laten al rijdend enkele kiekjes te maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan de brug over, over de snel stromende Nijl, tot bij een groep bavianen die rustig langs de weg kuieren. Een kleintje poseert, zich niet schamend voor zijn felrode piemel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We bevinden ons nu in het uiterste oosten van het Murchison National Park. Het vervolg van onze rit verloopt nu de hele tijd door het nationale park, weliswaar langs de rand ervan over een verrassend comfortabele asfaltweg die voor de eerste 20 km volledig kaarsrecht loopt en niet meteen opwindend te noemen is, ook niet qua uitzicht. Na die 20 km verschijnt een bocht, voorafgaand door serieuze verkeersdrempels, waarschijnlijk om erop te wijzen dat het nu wat bochtiger gaat worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pas na nog een 10-tal minuten verschijnen de eerste tekenen van bewoning. We rijden langs tal van hutten die schilderachtig bij mekaar liggen en elk een familie voorstellen. Soms zie je zo 6 hutten bij mekaar, soms 10, soms 20, afhankelijk van de grootte van de familie. Het landschap wordt iets gevarieerder nu, met hier en daar ook vergezichten.

 

 

 

 

 

 

 

Het is 17.00  uur wanneer we de grote weg verlaten bij het bord dat wijst naar de nature lodges Fort Murchison en het vlakbijgelegen Bwana Tempo Safarikamp.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van hier is het nog een 15 minuten rijden over een erg slechte op en neer gaande weg.

 

 

 

 

 

 

 

 

De nature lodges van Fort Murchison, in de buurt van het dorpje Pakwach, zijn bijzonder fraai gelegen, op een heuvel, met naar het westen toe uitzicht op de Nijl en in de verte de Blue Mountains van Kongo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De eigenaar die het complex in juni 2012 opende, koos de naam niet zomaar, maar had de bedoeling te verwijzen naar een fort gebouwd door Arabische handelaars, en daar is hij vrij goed in geslaagd, moet ik zeggen. De aanblik is inderdaad die van een Arabisch fort.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De receptie is een open ruimte, zonder deuren, met alleen maar een toonbank die lijkt op een altaar en een zitbank.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kamers bevinden zich in bungalows die elk 2 kamers bevatten, elk op een gelijkvloers en een eerste verdieping, telkens met een terrasje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog snel even de buurt verkennen!

 

 

 

 

 

 

 

Bij het invallen van de duisternis rond 19.15 uur gaan we aan tafel. Een avondmenu bestaat hier uit 4 gangen en kost 15 dollar. Het is een set menu, wat betekent dat je niet kan kiezen. Voor het opdienen van de gerechten krijgen we uitleg over wat we mogen verwachten: een voorgerecht met vnl. groenten, soep, een hoofdgerecht en een dessert. De gerechten zijn mooi en origineel gepresenteerd. De soep is lekker. Vooral de pompoensoep met kaneel smaakt overheerlijk. Jammer dat we steeds maar een grote pollepel ervan in ons grote diepe bord krijgen! De bediening is vlot, een constante tijdens onze reis. Waar we ook aten in de lodges, telkens slaagde men erin ons in ongeveer 1 uur 3 of 4 gangen te doen eten. Bravo voor deze vlotte manier van doen! Het zorgt ervoor dat er nog tijd is voor het verteren van het voedsel, wat goed van pas komt, want in Oeganda moet vaak heel vroeg (soms zelfs al om 5.00 uur) opgestaan worden, met als gevolg dat je hier best niet te laat gaat slapen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de kamers is er elektriciteit, zodat we vlotjes onze batterijen kunnen opladen, maar opgepast niet de hele tijd. De generator wordt maar aangezet van 18.30 tot 23.00 uur en dan opnieuw vanaf 5.00 uur 's morgens. Wifi of Internet is er niet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Muggenvangers in de vorm van hagedisjes zijn er gelukkig wel!