Rondreis Oeganda

 

woensdag 9 januari 2013        -        Dag 3: Boottocht Nijl, Murchison Falls en gamedrive

 

 

 

 

 

 

 

Vroeg uit de veren. Om 5.00 uur worden we gewekt. Om 5.30 uur gaan we aan tafel voor een koffietje. Het ontbijt zal worden meegegeven in een pakket. Om 6.00 uur gaan we op weg, weer over de hobbelige weg naar de hoofdweg. Vandaar dan enkele kilometer over de hoofdweg en dan opnieuw van de weg af naar de ingang van het nationaal park. Omstreeks 6.30 uur rijden we de slagboom voorbij. De lucht kleurt mooi rood.

 

 

 

 

 

Opeens houden we halt. Aan de rechterkant van de weg zien we enkele olifanten bij mekaar. Ze treuren om een babyolifant die in het gras ligt, waarschijnlijk gestorven. Het familiegevoel is sterk bij de olifanten. Wanneer een van hun leden sterft, houden ze soms wekenlang een wake rond het lichaam. Het is goed dat we halte houden, want even later steekt een horde olifanten één voor één de weg over. In de rode schemering een bijzonder fraai gezicht! Even verder zien een aantal mensen (ik niet, want 'k zit vanachter) ook 2 zwartgevlekte hyena's de weg overcrossen. Voorts ook nog een hartebeest, giraffen en buffels.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb vooral oog voor de mysterieuze roosrode kleuren in de lucht die mijn romantische ziel enorm weten te raken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om 7.15 uur stappen we op een bootje voor een tocht van 2.45 uur durend tochtje op de Nijl. Eerst gaan het stroomopwaarts.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan het grote aantal nijlpaarden merken we dat de naam Nijlpaard niet voor niets gekozen is.

 

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er is een bestuurder mee en een gids. We varen langs de oevers van het vasteland en van eilandjes in de Nijl, langs grasland, bomen, papyrusvelden, lelievelden… Wanneer we speciale dieren of vogels zien, probeert de bootsman zo dicht mogelijk te komen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderweg spotten we tal van vogels tegen, zoals 2 schoenbekooievaars (shoebill stork). Zijn naam geeft het aan: een ooievaar met een nogal opzichtige bek, de grootte van een schoen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We zien ook verschillende langteenkievitten (watervogels met rode poten en rode ogen),

 

 

 

 

 

 

 

 

heel veel bonte ijsvogels (zwart-wit) waarvan er vele het water induiken op jacht naar visjes,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

een moerasvliegenvanger, verschillende visarenden, een lelieloper (African jacana)(zie foto hiernaast)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

purperreigers, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... kleine zilverreigers,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... witwangfluiteenden (bruine eend met een zwart-witte kop, een black headed lapwing, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

een geelsnavelwouw,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een roodkeelbijeneter (red-throated bee eater met een schitterend kleurenpalet gaande van boven naar onder van groen naar rood, oranje en blauw),

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

en tot 3 keer toe zien we ook grijze kroonkranen (kraanvogels) die het symbool zijn van Oeganda en op de vlag van het land staan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de delta zien we bootjes met lokale vissers die in tweemansbootjes gewapend met een visnet op zoek gaan naar vis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En verder ook een jong exemplaar van een krokodil (ca. 2 m lang), een hartebeest, white colobus monkeys met zijn vieren op een rij in de kruin van een boom,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

olifanten (een solitaire en een familie van een 5-tal met een kleintje erbij), kobs, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

... bavianen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tragisch is de ontmoeting met een nijlpaard die vastzit in een stropersval temidden van het water. Het dier verschijnt af en toe boven water in een verwoede poging zich los te wrikken. Andere nijlpaarden komen hem te hulp, maar zonder succes. Machteloos kijken we toe. Het voelt niet goed aan er niets te kunnen aan doen. Maar 's anderendaags wordt ons verteld dat men het nijlpaard heeft kunnen bevrijden. Oef! 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Even na 11.00 uur bereiken we het Red Chili Restcamp, waar we lunchen.

 

 

 

 

 

 

 

  

Terwijl we op de maaltijd wachten, geef ik mijn ogen de kost bij de boom die aan de ingang tot het kamp staat. In de boom zitten tal van maraboe’s die er nesten gemaakt hebben. Het is een mooi plaatje om ze bezig te zien. Na wat kringen hoog in de lucht gemaakt te hebben, zie ik ze met hun brede vleugels (spanwijdte: ca. 2,6 meter) in de bomen neerdalen. In tegenstelling tot andere vogels van de familie waartoe ze behoren (de ooievaars), vliegen ze met ingetrokken hals. Bij nader inzicht zien ze er toch maar luguber uit: met een kale knikker en een hangende krop. Maraboe’s vertoeven graag in vuilnisbelten op zoek naar om het even wat eetbaar is. Vandaar dat ze mensen niet schuwen en gewaardeerd worden de buurt schoon te houden. Maraboe’s eten allerlei soorten dieren, zoals dood of levend, zoals vissen, sprinkhanen, kikkers, maar ook krokodilleneieren, flamingo’s, pelikanenkuikens en muizen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

Het is 12.15 uur wanneer we het kamp verlaten en langs een stoffige, hobbelige zandweg naar de bovenloop van de watervallen rijden. Onderweg zien we hier en daar wilde dieren, maar Isma geeft niet de indruk graag het rempedaal te willen indrukken. Zo gaat een schitterend tafereeltje aan ons voorbij waarbij buffels zich de extase nabij tegoed doen aan een modderbad.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wanneer ik een grijskopijsvogeltje (grey-headed kingfisher) zie zitten op een tak vlakbij de weg, roep ik in alle macht “Can you stop please?” En ja hoor, het bevallige vogeltje met zijn witte hals, chocoladebruine buik, zwarte rug en blauwe vleugels en oranje snavel zet het niet meteen op een vliegen, maar blijft nog even in de buurt, net zo lang tot ik er een fotootje kan van nemen. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tegen 13.15 uur komen we aan op een groot stoffig parkeerterrein op enkele honderd meter van de bovenloop van de watervallen. Een gids wordt opgetrommeld om ons tot bij de watervallen te loodsen. We verwachten ons aan een stevige wandeling, maar zijn binnen minder dan 5 minuten al ter plekke. En had de gids wat minder gedraald, dan hadden we er ook al na 2 minuten kunnen staan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De rivier weet geen raad met zichzelf en broest ook de oevers en ons, toeristen met camera's. Een welgekomen douche bij dit warme weer, al is het toch wel opletten geblazen met al die druppels op de camera. Idem dito voor de wandeling die op bepaalde plaatsen over enorm drassig terrein verloopt. 1 misstap is verkeerd om er een kletsnatte, met slijk besmeurde stapschoen aan over te houden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na een half uur hebben we het gezien en staan we al weer aan de landcruiser, uitkijkend naar onze volgende etappe. Isma is echter nergens te vinden. Ogenschijnlijk had hij ons niet zo snel terug verwacht. Het gevoel is wederzijds; ook wij hadden verwacht hier meer te zien te krijgen. Zo hadden we verwacht de tocht te mogen doen naar de benedenloop. Naar verluidt zouden we op onze weg erheen talloze vogels kunnen zien die aan de waterkant naar beneden tuimelende vissen komen onderscheppen. En inderdaad, die wandeling bestaat, maar kost 10 dollar, en blijkbaar was dit niet voorzien in ons programma. Misschien wat jammer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiteindelijk wordt Isma dan toch gevonden en kunnen we 14.30 uur weer verder. We rijden langs dezelfde weg terug, tot grote verbazing van deze ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om 15.00 uur komen we aan bij de veerpont. Het is even wachten op de volgende veer. Pas tegen 16.15 uur zullen we erop kunnen. Maar geen nood, het geeft ons de kans de omgeving wat te verkennen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terwijl de anderen genoegen nemen met het vinden van een rustplaats, trek ik het struikgewas in, behoedzaam traag, want hier weet je nooit wat er achter een boom of struik schuilgaat. Iets verderop hoor ik het gekreun van nijlpaarden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er fladderen nogal wat vlindertjes rond.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kleine bijenetertjes in de mooiste kleuren (blauwe oogkassen, groen voorhoofd, geel achterhoofd, rode kin, borst in gele oker, groene vleugels en blauw en gele onderstaart)(red throated bee eater) lokken me steeds verder de brousse in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een gegeven moment kom ik aan een modderpoel, waar 3 knobbelzwijnen verschrikt opschieten en het na een onduidelijke blik in mijn richting, het op een lopen zetten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is mooi om een van de zwijnen letterlijk te zien afdruipen. 'k Ben nochtans niet iemand die bijt!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik zie ook nog een klein grijs vogeltje met een witte onderbuik en een lichtblauwe kin, borst en staart,

 

 

 

 

 

 

 

een geelkeellangklauw en nog een andere grotere vogel met wit en blauw. Tussen het struikgewas liggen de restanten van oude treinsporen en enkele containers. Hun vergane glorie maakt dat ze passen in het plaatje. Op en onder een van de containers speelt een roodkophagedis (red headed agada lizard) verstoppertje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een gekko spurt omhoog op de zijkant van de container, zoekend naar een plekje om al zonnend een insect te verschalken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om 16.15 uur steken we de Nijl in noordelijke richting over op de platbodemveer waarop plaats is voor een 8-tal auto’s en een 20-tal passagiers.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meteen na onze overtocht zetten we onze tocht verder, dwars door het feërieke heuvelachtige landschap van het Murchison NP.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het gele gras, de groene palmbomen, de blauwe bergen en de oranjekleurige weg zorgen voor een onvergetelijk plaatje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook aan wilde dieren is er geen gebrek. We zien hartebeesten, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... kobs, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... buffels, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... wrattenzwijnen, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... een long crested arend, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... olifanten, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... patas apen, ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

... en vooral vele giraffen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het zijn giraffen die tot de soort Rothschield behoren en sinds 2010 op de lijst van met uitsterven bedreigde dieren staan. Er blijken er maar een 600-tal meer te zijn in het wild. Volgens een telling in 2010 zouden er zo'n 240 hiervan leven in Murchison N.P. De Rothschildgiraf kan tot 6 meter hoog worden en is daarmee de grootste giraffensoort in de wereld. Volwassen exemplaren kunnen tot 1400 kg wegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je kan ze onderscheiden van andere giraffensoorten door de witte “sokken” die ze dragen en die opgetrokken lijken tot aan de knieën. Daarnaast hebben ze 5 hoorns op hun kop, waarvan 2 grote die net zoals bij andere giraffen heel goed zichtbaar zijn, maar ook een kleinere in het midden van hun voorhoofd en een laag stel achter hun oren. Ook qua kleuren zijn ze speciaal. Zo hebben ze op hun lijf patronen van bruin en crèmekleurig wit. Die verschillen van giraf tot giraf, net zoals de afdruk van een menselijke hand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Net zoals andere giraffen kunnen ze tot 60 km/uur lopen. Bijzonder is ook hun tong die gemiddeld 45,6 cm lang is.  Giraffen kunnen maandenlang overleven zonder water. Om toch aan vocht te geraken eten ze bladeren van de acaciaboom die ..............................;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kolonistenagame (Agama agama) is een hagedis die vooral voorkomt in Oost-Afrika. In het broedseizoen krijgen de mannetjes een fel oranje kop en nek en het lichaam wordt blauw. Buiten het broedseizoen zijn ze gewoon bruin.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een zadelbekooievaar (met een bek met de kleuren van de Belgische vlag: zwart, geel en rood).

 

 

Een noordelijke hoornraaf (abyssinian ground hornbill),

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tegen 18.00 uur zijn we terug in Fort Murchison, waar we getrakteerd worden op een matige zonsondergang (zon verdwijnt uiteindelijk achter de nevel die boven de Nijl hangt). Naast het terrein waar we slapen wordt er aan wisselbouw gedaan en dat zullen we geweten hebben, want de vlammen die we te zien zijn, slaan meters de lucht in. Om 19.00 uur gaan we aan tafel voor een nieuw 4-gangenmenu met als voorgerecht een salade van de chef, gevolgd door tomatencrèmesoep, kip in witte wijnsaus met rijst en als dessert chocoladecake met saus.

 

 

 

 

 

 

Terug naar hoofdpagina